Latere gedragskenmerken

Je hebt een enorm verlangen om je te uiten. Maar je laat daar niets van merken. Je houd je altijd precies op tijd in. Er is een onbewuste behoefte om te klagen, om te laten weten dat je leven één grote lijdensweg is. Maar je blijft je inhouden en het er onder houden. Aan de buitenkant ben je onderdanig maar van binnen leven sterke gevoelens van haat, negativiteit, vijandigheid en superioriteit. Ook al lijk je naar buiten toe nog zo aardig, je bent geen vrolijk iemand. Want het leven is voor jou een zware klus. Kleine probleempjes worden niet opgelost en worden daarom steeds groter en groter. Je maakt van een mug een olifant. Je kunt innige relaties onderhouden op basis van onderdanigheid. In plaats van je negatieve gevoelens te uiten ga je de ander pleasen, uit angst hem/haar te verliezen. Dit geeft een gevoel van tegen jezelf ingaan, zwemmen tegen de stroom in. Niet in harmonie zijn met jezelf, tegen je zin in dingen doen. geen ‘nee’ kunnen zeggen. Maar ‘ja’ zeggen omdat anderen het vragen, dingen op je nemen omdat het zo hoort.